Voorstel van wet houdende wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen op voorzetting van een onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen (Wet continuïteit ondernemingen I)
Artikel II
Geldend
Geldend vanaf 21-06-2016
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In de artikelen 138 lid 1 en 248 lid 1 wordt aan het slot toegevoegd: Indien sprake is geweest van een aanwijzing van een beoogd curator als bedoeld in artikel 363 van de Faillissementswet, en tijdens de periode dat die aanwijzing duurde of in het faillissement dat daarop is gevolgd, blijkt dat de bestuurder bij zijn verzoek om die aanwijzing onjuiste informatie heeft verschaft over de meerwaarde van de voorbereiding van het faillissement met het oogmerk het voorbereidingstraject op oneigenlijke gronden te gebruiken, heeft hij zijn taak onbehoorlijk vervuld en wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
- B.
In de artikelen 164 lid 1, onder i, en 274 lid 1, onder i, wordt voor de puntkomma toegevoegd: , dan wel een verzoek tot aanwijzing van een beoogd curator.