NJF 2015/167
Boetebeding. Oneerlijke bedingen. Vervolg na beantwoording prejudiciële vragen HvJ EU. Ambtshalve vernietiging oneerlijke bedingen in huurovereenkomst woonruimte met consument.
Hof Amsterdam 03-02-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:165
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, J.H. Huijzer, G.J. Visser
- Zaaknummer
200.092.213/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2015:165, Uitspraak, Hof Amsterdam, 03‑02‑2015
- Wetingang
Essentie
Boetebeding. Oneerlijke bedingen. Vervolg na beantwoording prejudiciële vragen HvJ EU. Ambtshalve vernietiging oneerlijke bedingen in huurovereenkomst woonruimte met consument.
Samenvatting
Geïntimeerde heeft als bedrijfsmatige verhuurder woonruimte verhuurd aan appellanten (consumenten). In hoger beroep bestrijden appellanten de door de kantonrechter toegewezen contractuele boete. Het hof heeft naar aanleiding daarvan prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU over de uitleg van Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Kort gezegd (zie r.o. 2.3) komt de beantwoording van het HvJ EU erop neer dat de richtlijn van toepassing is op een huurovereenkomst voor woonruimte in een B2C-relatie en dat een rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.