RvdW 2021/1200:Profijtontneming, w.v.v. uit medeplegen hennepteelt. Hoofdelijke betalingsverplichting opgelegd aan betrokkene en haar echtgenoot, art. 36e lid 7 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2015:878 m.b.t. mogelijkheid om in geval van ‘gemeenschappelijk voordeel’ hoofdelijke betalingsverplichting op te leggen. Oordeel hof dat betalingsverplichting hoofdelijk moet worden opgelegd is niet toereikend gemotiveerd. Aan de omstandigheden dat betrokkene ‘medeverantwoordelijke’ van de hennepkwekerijen was en dat zij sinds enige tijd is gehuwd met mededader die vanwege hetzelfde feitencomplex eveneens is veroordeeld voor zijn rol bij de kwekerijen, kan niet z.m. worden ontleend dat betrokkene daadwerkelijk gezamenlijk met haar echtgenoot de beschikking heeft of gedurende zekere tijd de beschikking heeft gehad over de gehele opbrengst van de kwekerijen en dat op die grond het w.v.v. voor het geheel als gemeenschappelijk voordeel aan betrokkene kan worden toegerekend. Volgt vernietiging en terugwijzing.