NJ 2022/318
Hof had vonnis niet mogen bevestigen zonder aanvulling van bewijsmiddelen; toch geen cassatie wegens onvoldoende belang.
HR 27-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1316
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/04410
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS672804:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1316, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:574, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2022
- Wetingang
Essentie
Het hof had het vonnis, waarin is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, niet mogen bevestigen zonder aanvulling van bewijsmiddelen. Toch geen cassatie wegens onvoldoende belang.
Samenvatting
De politierechter heeft in zijn vonnis de primair tenlastegelegde verduistering bewezenverklaard en volstaan met een opgave van bewijsmiddelen a.b.i. art. 359 lid 3 Sv. Wat de raadsman van verdachte bij de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft aangevoerd kan niet anders worden opgevat dan dat hij vrijspraak heeft bepleit van het primair tenlastegelegde.
Daarom had het hof het vonnis niet mogen bevestigen zonder aanvulling van gronden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.