HR, 14-12-2018, nr. 18/02381
ECLI:NL:HR:2018:2316
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14-12-2018
- Zaaknummer
18/02381
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:2316, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2018:1686
- Vindplaatsen
Belastingblad 2019/36 met annotatie van Redactie
NTFR 2018/2903
Uitspraak 14‑12‑2018
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
14 december 2018
Nr. 18/02381
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 april 2018, nr. 17/00283, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (nr. SHE 16/2541) betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Eindhoven.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers‑van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2018.