NJB 2017/382:Speelgoedpistool: strafbaar vuurwapenbezit ingevolge art. 13 WWM of speelgoedvoorwerp in de zin van art. 3 aanhef en onder a RWM en Richtlijn 2009/48/EG betreffende de veiligheid van speelgoed? De in art. 3 aanhef en onder a RWM bedoelde uitzondering voor speelgoedvoorwerpen doet zich ingevolge art. 2 lid 1 Richtlijn jo. Bijlage I bij de Richtlijn alleen dan niet voor indien het gaat om de producten die in die bijlage zijn genoemd, waaronder de in de bijlage onder 2 omschreven imitaties van echte vuurwapens voor verzamelaars van veertien jaar en ouder. Het hof komt tot het niet begrijpelijke oordeel dat het desbetreffende klappertjesspeelgoedpistool geldt als een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 aanhef en onder 7° bij Categorie I WWM en dat dit voorwerp niet kan worden aangemerkt als speelgoedvoorwerp als bedoeld in de Richtlijn, zodat de in art. 3 aanhef en onder a RWM vermelde uitzondering zich niet voordoet. Uit de bewijsmiddelen noch uit de bewijsmotivering kan in casu worden afgeleid dat en waarom het bewuste klappertjes speelgoedpistool niet moet worden beschouwd als speelgoed in de zin van de richtlijn