NJ 2017/140
Politie als benadeelde partij ter zake van n.a.v. een valse aangifte gemaakte kosten.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, G. Snijders, G. de Groot, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/03452
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS154218:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:221, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:959, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑08‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Politie als benadeelde partij ter zake van n.a.v. een valse aangifte gemaakte kosten.
Verhaal van kosten door de politie als benadeelde partij in het strafproces verdraagt zich niet zonder meer met de bijzondere wettelijke doeleinden en regeling van de strafrechtspleging. Het verhaal van dergelijke kosten als gevolg van een valse aangifte is slechts mogelijk indien de dader wist dat het feit, waarvan hij aangifte deed, niet is gepleegd én hij de aangifte heeft gedaan met geen ander doel dan de politie te schaden, terwijl hij wist of moest begrijpen dat deze zou leiden tot nodeloze opsporingshandelingen.
Samenvatting
De ...