NJB 2017/1802
Geschil over de eigendom van een schilderij. Vervolg op HR 4 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0462, NJ 2009/137. Na cassatie en verwijzing vermeerdert eiser zijn eis met de vordering dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de volledige proceskosten van eiser, op te maken bij staat, op grond van de stelling dat gedaagde in dit geding opzettelijk feiten heeft verzwegen. Het verwijzingshof laat de eisvermeerdering aanvankelijk niet toe. Later laat het hof de eisvermeerdering alsnog toe, maar wijst het deze af. Hoge Raad: 1. Eiswijziging na cassatie en verwijzing. Op de regel dat na cassatie en verwijzing een eiswijziging niet mogelijk is, bestaan uitzonderingen. Indien voldaan is aan de voorwaarden, is een eiswijziging, bij wijze van uitzondering op de ‘in beginsel strakke regel’, in beginsel ook mogelijk in een verwijzingsprocedure na cassatie. Wel moet dan nog beoordeeld worden of sprake is van onredelijke bemoeilijking van de verdediging dan wel onredelijke vertraging van het geding. 2. Herhaalde eiswijziging. Een herhaalde procedure(s) een gevolg zijn van de aan gedaagde toerekenbare onrechtmatige daad eiswijziging kan niet buiten beschouwing worden gelaten op de enkele grond dat deze in een eerder stadium van de procedure in strijd met de eisen van een goede procesorde is geacht. 3. Rechtsmiddelverbod. Er geldt een wettelijk rechtsmiddelverbod met betrekking tot de beslissing omtrent de vraag of een eiswijziging in strijd is met de eisen van een goede procesorde. 4. Verwijzing naar de schadestaatprocedure. Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is voldoende dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. 5. Misbruik van procesrecht. Hetgeen de Hoge Raad eerder heeft overwogen ten aanzien van het onrechtmatig of met misbruik van procesrecht handelen van de eiser, geldt overeenkomstig ten aanzien van de verweerder. 6. Volledige proceskostenvergoeding. Een volledige vergoedingsplicht ter zake van proceskosten is denkbaar in buitengewone omstandigheden, waarbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad. In dat geval is ook een verwijzing naar de schadestaatprocedure mogelijk en moet aan de hand van de gewone regels beoordeeld worden of en in hoeverre de voor rekening van eiser gekomen kosten in verband met de door hem gevoerde procedure(s) een gevolg zijn van de aan gedaagde toerekenbare onrechtmatige daad
HR 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2360
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 september 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/01633
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2360, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
Geschil over de eigendom van een schilderij. Vervolg op HR 4 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0462, NJ 2009/137. Na cassatie en verwijzing vermeerdert eiser zijn eis met de vordering dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de volledige proceskosten van eiser, op te maken bij staat, op grond van de stelling dat gedaagde in dit geding opzettelijk feiten heeft verzwegen. Het verwijzingshof laat de eisvermeerdering aanvankelijk niet toe. Later laat het hof de eisvermeerdering alsnog toe, maar wijst het deze af. Hoge Raad: 1. Eiswijziging na cassatie en verwijzing. Op de regel dat na cassatie en verwijzing een eiswijziging niet mogelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.