Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/546
Procesrecht. Vordering tot herroeping op de voet van art. 382, aanhef en onder b, Rv. Oordeel echtbank dat eiser redelijkerwijs in staat is geweest de bewuste valsheid tijdig te keren en had kunnen voorkomen dat in de eerdere procedure van de valse stukken gebruik zou worden gemaakt, onbegrijpelijk, onder meer omdat eiser als gevolg van een ongeval waarbij hij in coma is geraakt, niet op de hoogte was van de tegen hem ingestelde procedure.
HR 15-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2464
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 april 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/03895
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BP2464
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2464, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2464, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2011
Essentie
Procesrecht. Vordering tot herroeping op de voet van art. 382, aanhef en onder b, Rv. Oordeel echtbank dat eiser redelijkerwijs in staat is geweest de bewuste valsheid tijdig te keren en had kunnen voorkomen dat in de eerdere procedure van de valse stukken gebruik zou worden gemaakt, onbegrijpelijk, onder meer omdat eiser als gevolg van een ongeval waarbij hij in coma is geraakt, niet op de hoogte was van de tegen hem ingestelde procedure.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], EISER tot cassatie, adv.: mr. N.T. Dempsey en mr. Y.A. Wehrmeijer,
tegen
mr. W.D. Huizinga, in zijn hoedanigheid van curator ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.