AB 2020/408
Opzettelijk niet-opvolgen van een ambtelijk bevel, art. 184 lid 1 Sr.
HR 06-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1554, m.nt. C.E. Huls en J.G. Brouwer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/03905
- Noot
C.E. Huls en J.G. Brouwer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS240078:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1554, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:760, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2019
- Wetingang
Samenvatting
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de verdachte niet heeft voldaan aan een bevel gegeven ‘krachtens wettelijk voorschrift’ als bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Ten laste van de verdachte is overeenkomstig de tenlastelegging bewezenverklaard dat: “hij, op 5 oktober 2018 te Rotterdam, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.