De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/6.4:6.4 Samenvatting
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/6.4
6.4 Samenvatting
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS379539:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Voor de vraag, of daadwerkelijk aanspraak gemaakt kan worden op bescheiden is volgens art. 843a Rv van belang, of sprake is van rechtmatig belang en of de bescheiden voldoende bepaald zijn. Die vereisten sluiten op het eerste gezicht aan bij de eisen voor getuigenbewijs: een bewijsaanbod moet immers ter zake dienend en specifiek zijn. Terecht worden de begrippen "rechtmatig belang" en "bepaalde bescheiden" dan ook inmiddels ruim uitgelegd, zodat voor verstrekking in aanmerking komen bescheiden die relevant kunnen zijn voor de vaststelling van feiten die én relevant én betwist zijn. Tegelijkertijd leidt de ruime uitleg ertoe dat beide criteria zoveel ruimte bieden voor toewijzing van verzoeken tot verstrekken van bescheiden, dat ze onvoldoende houvast bieden om te bepalen wat wel of niet moet worden verstrekt. Dat gebrek aan houvast blijkt in het bijzonder uit de tegenstrijdige beslissingen die in de praktijk worden gewezen over de vraag, of een verzoek voldoende bepaald is. Wil de uitkomst op een verzoek tot verstrekking van bescheiden voldoende voorspelbaar zijn, dan bestaat derhalve behoefte aan een verdere concretisering van de afweging die vereist is om te bepalen wat wel en wat niet verstrekt zou moeten worden. In de volgende hoofdstukken ga ik in op de mogelijkheden tot verdere concretisering van de vereisten.