Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 8:82 [Griffierecht bij voorlopige voorziening]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 682 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 32450)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 684 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Beroep
1.
Van de verzoeker wordt door de griffier een griffierecht geheven.
2.
Het griffierecht is gelijk aan het griffierecht dat de verzoeker ten tijde van de indiening van het verzoek voor de hoofdzaak verschuldigd is of zou zijn.
3.
Artikel 8:41, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de termijn voor de bijschrijving of storting van het griffierecht twee weken bedraagt. De voorzieningenrechter kan een kortere termijn stellen.
4.
De griffier betaalt het griffierecht terug indien het verzoek wordt ingetrokken:
- a.
omdat het bestuursorgaan aan de voorzieningenrechter schriftelijk heeft medegedeeld de uitvoering van het bestreden besluit tijdens de procedure over de hoofdzaak op te schorten, of
- b.
omdat de belanghebbende tot wie het bestreden besluit is gericht, aan de voorzieningenrechter schriftelijk heeft medegedeeld de gevraagde voorlopige maatregelen te zullen nemen.
5.
De uitspraak kan inhouden dat het betaalde griffierecht door het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk wordt vergoed.
6.
In andere gevallen kan het bestuursorgaan het betaalde griffierecht geheel of gedeeltelijk vergoeden.