NJB 2015/311
Wet Bopz. Onderzoek door een psychiater. HR: In gevallen waarin de betrokkene niet meewerkt aan het in art. 5 lid 1 Wet Bopz bedoelde onderzoek, moet de psychiater doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om het vereiste onderzoek te doen plaatsvinden. Het oordeel van de rechtbank dat de psychiater in dit geval heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar kon worden verwacht, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd
HR 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:187
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04966
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:187, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2813, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Onderzoek door een psychiater. HR: In gevallen waarin de betrokkene niet meewerkt aan het in art. 5 lid 1 Wet Bopz bedoelde onderzoek, moet de psychiater doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om het vereiste onderzoek te doen plaatsvinden. Het oordeel van de rechtbank dat de psychiater in dit geval heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar kon worden verwacht, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De officier van justitie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.