NJ 1929, p. 1285
Omvang van het arrest onder derden. Verklaring van den Staat van hetgeen hij van een rekening-houder van den Postchèque- en Girodienst onder zich heeft.
HR 07-06-1929, ECLI:NL:HR:1929:358, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten (Postgiro)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 1929
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Schepel, v. Gelein Vitringa, Kirberger, Polak.
- Zaaknummer
[07061929/NJ_1929,_p._1285]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Roepnaam
Postgiro
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS102288:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1929:358, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑1929
- Wetingang
(Rv art. 735-757d, 742.)
Essentie
Omvang van het arrest onder derden. Verklaring van den Staat van hetgeen hij van een rekening-houder van den Postchèque- en Girodienst onder zich heeft.
Samenvatting
Hof: Het beslag omvat al hetgeen de derde-gearresteerde op het oogenblik dat hij zijn verklaring aflegt onder zich heeft. De Staat (Postcheque- en Girodienst), die tijdens het leggen van het beslag f 31.60 en tijdens het doen der verklaring f 340.10 van den schuldenaar onder zich had, had dit laatste bedrag in zijn verklaring moeten vermelden.
Hooge Raad: 's Hofs opvatting is onjuist. Het beslag onder derden kan alleen betreffen gelden en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.