RCR 2020/17
Renteswap. Dwaling. Heeft ING voldaan aan de mededelingsplicht?
HR 04-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1500
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01155
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188932:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1577, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1500, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:331, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2018
- Wetingang
Art. 6:210, 6:228 BW
Essentie
Renteswap. Dwaling. Mededelingsplicht. Ongedaanmaking bij vernietiging.
Heeft ING voldaan aan de mededelingsplicht?
Samenvatting
Een zakelijke klant heeft in 2008 bij ING een financiering afgesloten tegen een variabel rentetarief. Als voorwaarde voor de financiering heeft de klant tevens een renteswap afgesloten met ING ter afdekking van de variabele rente. In 2012 wil de klant overstappen naar een andere bank. Als voorwaarde voor het beëindigen van de financiering verstrekt de klant aanvullende zekerheid ten behoeve van haar verplichtingen uit de renteswap. De renteswap is daarna buitengerechtelijk vernietigd door de klant. De klant vordert bij de rechtbank een verklaring voor recht dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.