V-N 2015/48.6
Afwijzing uitdrukkelijk verzoek om prejudiciële verwijzing behoeft geen motivering
HR 25-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2796, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 2015
- Magistraten
Koopman, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
14/06561
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921842:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2796, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:996, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 Wet RO, geen nadere motivering. De middelen nopen namelijk niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vergelijk HR 26 mei 2015, nr. 14/02274, NJ 2015/337).
Samenvatting
X enX-Y kopen – ieder voor de onverdeelde helft – een woning. Op 1 juni 2011 is deze woning aan hen geleverd. Zij hebben overdrachtsbelasting naar het tarief van 6% voldaan. Bij besluit van 1 juli 2011, nr. BLKB 2011/1290M, V-N ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.