NJ 2016/402
Belastingaangifte na opgelegde aanslag is geen belastingaangifte cfm de AWR maar een bezwaarschrift: art. 69 lid 4 AWR niet van toepassing.
HR 28-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1333, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/01891
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110801:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1333, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:544, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2015
- Wetingang
Essentie
Een pas na oplegging van een belastingaanslag ingediend aangiftebiljet, waarmee de belastinginspecteur bij de aanslagoplegging dus geen rekening heeft kunnen houden, kan niet gelden als een aangifte cfm art. 69 AWR. Het feit dat de verdachte aanvankelijk geen aangifte deed, valt op zichzelf onder art. 69 lid 1 (oud) AWR, maar dat betekent niet dat in deze zaak sprake is van de lid 4 van dat artikel bedoelde samenloop. Het indienen van een bezwaarschrift met gebruikmaking van een (al dan niet) onjuist/onvolledig ingevuld aangiftebiljet, valt immers niet onder lid 1 van dat artikel. Art. 69 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.