AB 2019/109
Onteigening. Ontpoldering Hedwigepolder. Taakverdeling Kroon en onteigeningsrechter.
HR 05-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:7, m.nt. W.J. van Doorn-Hoekveld
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04028
- Noot
W.J. van Doorn-Hoekveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18160:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:7, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:980, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
De onteigeningsrechter beoordeelt of het onteigeningsbesluit overeenkomstig de wet en met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur tot stand is gekomen. Ten aanzien van vragen met betrekking tot de noodzaak tot onteigening en de afweging van de betrokken belangen, toetst de onteigeningsrechter terughoudend.
Samenvatting
Ingevolge de taakverdeling tussen de Kroon en de onteigeningsrechter, zoals deze is vormgegeven in de Onteigeningswet en is uitgelegd in de — mede tegen de achtergrond van art. 6 EVRM gevormde — rechtspraak, komt de onteigeningsrechter geen oordeel toe over de doelmatigheid van de voorgenomen onteigening, maar dient hij op een daartoe strekkend verweer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.