NJB 2021/2292
Onteigening. Schadeloosstelling. Hoge Raad: 1. Waarde van bomen. De waarde van de bomen is reeds in de schadeloosstelling verdisconteerd. Voor een aanvullende schadeloosstelling wegens het feit dat de bomen na het rooien nog een waarde vertegenwoordigen bestaat, anders dan in de situatie dat bodembestanddelen winbaar worden die dat zonder de onteigening niet zouden zijn, geen grond. 2. Waardevermindering van het overblijvende. Het oordeel dat de mogelijkheid bestaat om een deel van het overblijvende te verkopen vrij van pacht, is onvoldoende gemotiveerd.
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1173
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/01541
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Onteigeningsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1173, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:271, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Schadeloosstelling. Hoge Raad: 1. Waarde van bomen. De waarde van de bomen is reeds in de schadeloosstelling verdisconteerd. Voor een aanvullende schadeloosstelling wegens het feit dat de bomen na het rooien nog een waarde vertegenwoordigen bestaat, anders dan in de situatie dat bodembestanddelen winbaar worden die dat zonder de onteigening niet zouden zijn, geen grond. 2. Waardevermindering van het overblijvende. Het oordeel dat de mogelijkheid bestaat om een deel van het overblijvende te verkopen vrij van pacht, is onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
De onteigende, adv. mr. K. Aantjes, vs. de provincie Limburg, adv. mr. M.W. Scheltema, en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.