Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 336 Methode 1: berekening van het geconsolideerde solvabiliteitskapitaalvereiste van de groep
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2019
- Bronpublicatie:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Inwerkingtreding
08-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Het geconsolideerde solvabiliteitskapitaalvereiste van de groep wordt berekend als de som van het volgende:
- (a)
een solvabiliteitskapitaalvereiste berekend op basis van de in artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van deze verordening bedoelde geconsolideerde gegevens, gegevens van instellingen voor collectieve beleggingen en als fondsen verpakte beleggingen die dochterondernemingen van de moederonderneming zijn, volgens de in titel I, hoofdstuk VI, afdeling 4, van Richtlijn 2009/138/EG vastgelegde voorschriften;
- (b)
het proportionele deel van het solvabiliteitskapitaalvereiste van elke in artikel 335, lid 1, onder d), van deze verordening bedoelde onderneming; voor een verbonden verzekerings- of herverzekeringsonderneming van een derde land die geen dochteronderneming is, wordt het solvabiliteitskapitaalvereiste berekend alsof het hoofdkantoor van die onderneming in de Unie gelegen is;
- (c)
voor in artikel 335, lid 1, onder e), van deze verordening bedoelde ondernemingen, het overeenkomstig de desbetreffende sectorale voorschriften berekende evenredige deel van de kapitaalvereisten voor kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, financiële instellingen, beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen, icbe-beheermaatschappijen en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening in de zin van Richtlijn 2003/41/EG, en het evenredige deel van de theoretische kapitaalvereisten van niet-gereglementeerde ondernemingen die financiële activiteiten uitoefenen;
- (d)
voor in artikel 335, lid 1, onder f), van deze verordening bedoelde ondernemingen, niet zijnde ondernemingen die onder punt e) van dit lid vallen, het overeenkomstig de artikelen 13, 168 tot en met 171 bis, 182 tot en met 187 en 188 van deze verordening bepaalde bedrag;
- e)
voor verbonden instellingen voor collectieve beleggingen of voor als fondsen verpakte beleggingen als bedoeld in artikel 335, lid 1, onder f), van deze verordening die geen dochterondernemingen zijn van de deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming, en waarop individueel artikel 84, lid 1, van deze verordening wordt toegepast, het in overeenstemming met titel I, hoofdstuk V, en artikel 84, lid 1, van deze verordening vastgestelde bedrag.