Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.10.9 [Brandstofsysteem]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 64644 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/240562)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 64644 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/240562)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Alle onderdelen van brandstofsystemen dan wel van de elektrische aandrijving van gehandicaptenvoertuigen moeten veilig zijn en deugdelijk zijn bevestigd. | Visuele controle van alle aanwezige brandstofsystemen. |
2. | Brandstofsystemen mogen geen lekkage vertonen. | Visuele controle. Een installatie voor een al dan niet tot vloeistof verdicht gas wordt gecontroleerd met behulp van apparatuur dat lekkage vaststelt, waarbij het contact moet zijn ingeschakeld. |
3. | De vulopening van een brandstofreservoir moet zijn afgesloten met een passende tankdop. | Leden 3 tot en met 6: visuele controle. |
4. | Gehandicaptenvoertuigen met een verbrandingsmotor moeten zijn voorzien van een:
| |
5. | Gehandicaptenvoertuigen met een elektromotor moeten zijn voorzien van een:
| |
6. | Gehandicaptenvoertuigen met een elektromotor moeten zijn voorzien van een vanuit de zitpositie van de bestuurder zichtbare:
|