Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/2436 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten
Artikel 16 Gebruik van het merk
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
16-12-2015, PbEU 2015, L 336 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2436)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2015, PbEU 2015, L 336 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2436)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht / Marktintegratie
1.
Een merk waarvan de houder vijf jaar nadat de inschrijvingsprocedure is voltooid, in de betrokken lidstaat geen normaal gebruik heeft gemaakt voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, of waarvan gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar geen gebruik is gemaakt, is vatbaar voor de beperkingen en sancties van artikel 17, artikel 19, lid 1, artikel 44, leden 1 en 2, en artikel 46, leden 3 en 4, tenzij er een geldige reden is voor het niet-gebruik.
2.
Wanneer een lidstaat in een oppositieprocedure na inschrijving voorziet, wordt de in lid 1 bedoelde termijn van vijf jaar berekend met ingang van de datum waarop niet langer oppositie tegen het merk kan worden ingesteld of, ingeval oppositie is ingesteld, met ingang van de datum waarop een beslissing waardoor de oppositieprocedure wordt beëindigd, onherroepelijk is geworden of de oppositie is ingetrokken.
3.
Met betrekking tot ingevolge internationale overeenkomsten ingeschreven merken met werking in de lidstaat wordt de in lid 1 bedoelde termijn van vijf jaar berekend met ingang van de datum waarop het merk niet langer kan worden afgewezen of daartegen niet langer oppositie kan worden ingesteld. Wanneer oppositie is ingesteld of wanneer kennis is gegeven van een bezwaar op absolute of relatieve gronden, wordt de termijn berekend met ingang van de datum waarop een beslissing waardoor de oppositieprocedure wordt beëindigd, of een beslissing over de absolute of relatieve weigeringsgronden onherroepelijk is geworden of waarop de oppositie is ingetrokken.
4.
De aanvangsdatum van de in de leden 1 en 2 bedoelde termijn van vijf jaar wordt in het register opgenomen.
5.
Als gebruik in de zin van lid 1 wordt eveneens beschouwd:
- a)
het gebruik van het merk in een op onderdelen afwijkende vorm die het onderscheidend vermogen van het merk in de vorm waarin het is ingeschreven, niet wijzigt, ongeacht of het merk in de gebruikte vorm al dan niet ook op naam van de houder is ingeschreven;
- b)
het aanbrengen van het merk op waren of de verpakking daarvan in de lidstaat, uitsluitend met het oog op uitvoer.
6.
Het gebruik van het merk met toestemming van de houder wordt als gebruik door de merkhouder beschouwd.