Gst. 2020/107
Détournement de pouvoir door toezichthoudende bevoegdheid (onderzoeken) uitsluitend toe te passen voor ander doel, te weten met het oog op de gebruikmaking van een opsporingsbevoegdheid (doorzoeken), APV-verbod tot het bij zich hebben van inbrekerswerktuig. (Soest)
HR 30-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1155, m.nt. J.M.H.F. Teunissen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers en J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/03043
- Noot
J.M.H.F. Teunissen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS226271:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1155, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:494, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Détournement de pouvoir door toezichthoudende bevoegdheid (onderzoeken) uitsluitend toe te passen voor ander doel, te weten met het oog op de gebruikmaking van een opsporingsbevoegdheid (doorzoeken), APV-verbod tot het bij zich hebben van inbrekerswerktuig. (Soest)
Samenvatting
Verdachte is veroordeeld wegens diefstal uit woning (art. 311 Sr). Het verweer van verdachte strekt tot – wegens détournement de pouvoir – niet-ontvankelijkverklaring van het OM dan wel bewijsuitsluiting van het bij doorzoeken van zijn auto verkregen bewijsmateriaal.
Opsporingsambtenaren hebben, na stilhouden van de auto, de identiteit van inzittende gecontroleerd en inzage gevorderd in bescheiden.
Vervolgens hebben ze in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.