Inhoudsopgave
FJR 2021/4.6:Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
FJR 2021/4.6
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
Documentgegevens:
HR 15-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:885
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 mei 2020
- Zaaknummer
18/05311
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:885, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1243, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2018
Essentie
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/05311
Datum 15 mei 2020
ARREST
In de zaak van
[de vrouw], wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [de vrouw],
advocaat: J.H.M. van Swaaij,
tegen
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/UTRECHT-GOOI,gevestigd te Amersfoort,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de Ontvanger,
advocaat: J.W.H. van Wijk.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.