RvdW 2017/301
Letselschade. Schadeberekening bij verlies arbeidsvermogen; feitelijke situatie en hypothetische situatie; stelplicht en bewijslast; afweging goede en kwade kansen. Invloed persoonlijkheidsonderzoek. Koerswijziging in appel.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/00939
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:273, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2016
- Wetingang
Art. 6:97, 6:98, 6:105 BW
Essentie
Letselschade. Schadeberekening bij verlies arbeidsvermogen; feitelijke situatie en hypothetische situatie; stelplicht en bewijslast; afweging goede en kwade kansen. Invloed persoonlijkheidsonderzoek. Koerswijziging in appel.
Het bestaan en de omvang van schade door verminderd arbeidsvermogen na een ongeval dient te worden vastgesteld door een vergelijking te maken tussen het inkomen van de benadeelde in de feitelijke situatie na het ongeval en het inkomen dat de benadeelde in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben verworven. De stelplicht en bewijslast van het bestaan en de omvang van de schade liggen in beginsel op de benadeelde. Aan de benadeelde mogen in dit ...