Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 29 Aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De lidstaten verstrekken aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid (hierna ‘herverdelende inkomenssteun’ genoemd) onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen.
In afwijking van de eerste alinea van dit lid o van artikel 98, kunnen de lidstaten tegemoetkomen aan de behoefte aan herverdeling van inkomenssteun door middel van andere instrumenten en interventies die door het ELGF worden gefinancierd en die een eerlijkere verdeling en het doeltreffender en doelmatiger toespitsen van inkomenssteun tot doel hebben, mits zij in hun strategische GLB-plannen kunnen aantonen dat voldoende aan die behoefte wordt tegemoetgekomen.
2.
De lidstaten zorgen voor een herverdeling van rechtstreekse betalingen van grotere naar kleinere of middelgrote bedrijven door aan de landbouwers die recht hebben op een betaling in het kader van de in artikel 21 bedoelde basisinkomenssteun, herverdelende inkomenssteun te verstrekken in de vorm van een jaarlijkse ontkoppelde betaling per subsidiabele hectare.
3.
De lidstaten stellen op nationaal of regionaal niveau, eventueel op het niveau van de in artikel 22, lid 2, bedoelde groepen gebieden, een bedrag per hectare of verschillende bedragen voor verschillende reeksen hectaren vast, alsmede het maximumaantal hectaren per landbouwer waarvoor de herverdelende inkomenssteun wordt betaald.
4.
Het voor een bepaald claimjaar geplande bedrag per hectare mag niet hoger zijn dan het nationale gemiddelde bedrag van de rechtstreekse betalingen per hectare voor dat claimjaar.
5.
Het nationale gemiddelde bedrag van de rechtstreekse betalingen per hectare wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het nationale maximum voor rechtstreekse betalingen voor een bepaald claimjaar als vastgesteld in bijlage V, en de totale geplande outputs voor de basisinkomenssteun voor dat claimjaar, uitgedrukt in aantal hectaren.
6.
In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten het in lid 3 bedoelde maximumaantal hectaren toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits die leden bijdragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen.
In het geval van landbouwers die deel uitmaken van een groep van verbonden rechtspersonen, zoals bepaald door de lidstaten, kunnen de lidstaten het in lid 3 bedoelde maximumaantal hectaren toepassen op het niveau van die groep onder door hen vast te stellen voorwaarden.