Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Canada tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 22 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 15-01-1999
- Redactionele toelichting
Abusievelijk is hoofdstuk IV als hoofdstuk V gepubliceerd. Zie voor de partijgegevens van deze wijziging het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Canada tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol, ondertekend te 's-Gravenhage op 27 mei 1986, zoals gewijzigd bij het op 4 maart 1993 te 's-Gravenhage ondertekende Protocol.
- Bronpublicatie:
25-08-1997, Trb. 1997, 258 (uitgifte: 19-09-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-1999, Trb. 1999, 5 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomstig in Canada mogen worden belast.
2.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, het vijfde lid van artikel 10, het zesde lid van artikel 11, het vijfde lid van artikel 12, het eerste, tweede en vierde lid van artikel 13, artikel 14, het eerste lid van artikel 15, het derde lid van artikel 18, en artikel 19 van deze Overeenkomst in Canada mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze bestanddelen van het inkomen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde bestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens het tweede lid van artikel 10, het tweede lid van artikel 11, het tweede lid van artikel 12, het achtste lid van artikel 13, artikel 16, artikel 17, het tweede lid van artikel 18, het tweede lid van artikel 21 en het tweede lid van artikel 21A, van deze Overeenkomst in Canada mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Canada over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, verleent Nederland een aftrek op de Nederlandse belasting voor de in Canada betaalde belasting op bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 7, artikel 10, vijfde lid, artikel 11, zesde lid, artikel 12, vijfde lid, en artikel 14 van deze Overeenkomst in Canada mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, indien en voor zover Nederland volgens de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting een aftrek verleent op de Nederlandse belasting voor de in een ander land over die bestanddelen van het inkomen geheven belasting. Voor de berekening van deze aftrek zijn de bepalingen van het derde lid van overeenkomstige toepassing.
5.
Wat Canada betreft, wordt dubbele belasting als volgt vermeden:
- a.
met inachtneming van de bestaande bepalingen van de wetgeving van Canada die betrekking hebben op de aftrek van belasting die verschuldigd is in Canada ter zake van belasting betaald in een gebied buiten Canada en met inachtneming van elke toekomstige wijziging van die bepalingen — welke bepalingen het algemene beginsel van het hiernavolgende niet mogen aantasten — en tenzij een grotere aftrek of tegemoetkoming is voorzien ingevolge de wetgeving van Canada, wordt de belasting die in Nederland is verschuldigd over voordelen of inkomsten afkomstig uit Nederland in aftrek gebracht op Canadese belasting die ter zake van die voordelen of inkomsten verschuldigd is; en
- b.
wanneer, overeenkomstig een bepaling van de Overeenkomst, inkomsten verkregen door een inwoner van Canada zijn vrijgesteld van belastingheffing in Canada, mag Canada bij de berekening van het belastingbedrag over overige inkomsten de vrijgestelde inkomsten niettemin in aanmerking nemen.
6.
Voor de toepassing van het vijfde lid
- a.
worden voordelen of inkomsten van een inwoner van Canada die overeenkomstig de Overeenkomst in Nederland mogen worden belast, geacht afkomstig te zijn uit Nederland, en
- b.
worden de belastingen bedoeld in het derde lid, letter b, en het vierde lid van artikel 2 beschouwd als inkomstenbelastingen en worden bij de vaststelling van het bedrag van die belastingen de investeringsbijdragen en -toeslagen en de desinvesteringsbetalingen, bedoeld in de Nederlandse Wet investeringsrekening, en de heffingen bedoeld in de Nederlandse Wet selectieve investeringsregeling niet in aanmerking genomen.