RAR 2020/89
Uitzendbeding. Beëindiging arbeidsovereenkomst met zieke uitzendwerknemer op grond van het uitzendbeding is in strijd met het opzegverbod bij ziekte.
Hof Den Haag 17-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:460
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
17 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J.M.T. van der Hoeven-Oud, C.A. Joustra, P.S. Fluit
- Zaaknummer
200.228.162/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202432:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2021:1511, Uitspraak, Hof Den Haag, 20‑07‑2021
ECLI:NL:GHDHA:2020:1848, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑09‑2020
ECLI:NL:GHDHA:2020:460, Uitspraak, Hof Den Haag, 17‑03‑2020
ECLI:NL:GHDHA:2018:3329, Uitspraak, Hof Den Haag, 04‑12‑2018
- Wetingang
Essentie
Uitzendbeding. Arbeidsongeschiktheid. Opzegverbod.
Is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een zieke uitzendwerknemer op grond van het uitzendbeding in strijd met het opzegverbod bij ziekte?
Samenvatting
De werknemer is sinds 2014 in dienst bij een uitzendbureau en wordt als machine operator aan een derde ter beschikking gesteld. Er zijn daartoe twee aansluitende uitzendovereenkomsten gesloten (fase 1 en fase 2), waarop de NBBU-CAO van toepassing is verklaard. In deze cao is een uitzendbeding opgenomen op grond waarvan de uitzendovereenkomst eindigt bij ziekte of ongeval van de uitzendkracht. In 2016 vindt een arbeidsongeval plaats, waarbij twee vingers van de rechterhand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.