RFR 2020/96
Co-ouderschap. Wanneer kan ook de ouder op wiens adres het kind niet staat ingeschreven, aanspraak maken op de inkomensafhankelijke combinatiekorting?
HR 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:415
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, J.A.C.A. Overgaauw, M.A. Fierstra, J. Wortel, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/02042
- Conclusie
A-G mr. R.E.C.M. Niessen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS208688:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2020
ECLI:NL:HR:2020:415, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2019
- Wetingang
Samenvatting
Vader en zijn ex-partner hebben samen een dochter. De dochter staat ingeschreven op het woonadres van de ex-partner. De dochter verblijft in perioden van veertien dagen in de ene week vier dagen en in de andere week twee dagen bij de vader. In de aangifte Inkomstenbelasting heeft de vader verzocht om toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De Inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.