NJB 2024/1369
Rentevergoeding bij ten onrechte geheven box-3 heffing.
HR 06-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:813
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2024
- Magistraten
Mrs. Feteris, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
23/00771
23/00989
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:756, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2024
ECLI:NL:HR:2024:813, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1191, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:1221, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:1192, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
- Wetingang
(art. 13 EVRM)
Essentie
Rentevergoeding bij ten onrechte geheven box-3 heffing.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘Recht op rentevergoeding
3.1
Het middel is gericht tegen de (…) oordelen van het hof. Het voert daartoe primair aan dat een schending van het EVRM en het EP als gevolg van de heffing in box 3 geen aanleiding hoeft te geven tot vergoeding van rente over in strijd met die internationale regelingen geheven en betaalde bedragen. Het middel betoogt daartoe dat op grond van het Nederlandse nationale recht met de verminderingen van aanslagen op basis van de Wet rechtsherstel box 3 al volledig rechtsherstel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.