Einde inhoudsopgave
Besluit toelichting Tabel I Wet op de omzetbelasting 1968 (2022)
8.5.3 Voorbeelden die niet onder de post vallen
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2022
- Bronpublicatie:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9114 (uitgifte: 19-04-2022, regelingnummer: 2022-6334)
- Inwerkingtreding
20-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9114 (uitgifte: 19-04-2022, regelingnummer: 2022-6334)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Tarief
Het tegen betaling verlenen van toegang tot modeltuinen bij tuincentra en dergelijke valt niet onder de post. Het verkoop bevorderende karakter van deze prestatie staat voorop. Anders dan bij een siertuin is het recreatieve karakter van een bezoek aan een dergelijke modeltuin van bijkomstige aard.
Het verlenen van toegang tot huishoudbeurzen, ruilbeurzen en dergelijke in evenementen-, congres- en beurscomplexen valt niet onder de post omdat deze niet als permanente recreatievoorzieningen zijn ingericht en niet op één lijn gesteld kunnen worden met attractieparken e.d. Bij deze voorzieningen staat het verkoopbevorderende aspect voorop.
Het verlenen van toegang tot een jaarlijks van plaats naar plaats reizend theaterevenement waar verschillende theatervoorstellingen op één dag kunnen worden bezocht, valt niet onder de post. Een dergelijk evenement is niet op één lijn te stellen met een attractiepark e.d., ook wordt niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat sprake moet zijn van een permanent ingerichte voorziening. Bovendien is het (dag)recreatieve aspect van het evenement ondergeschikt aan het culturele aspect van de voorstellingen.
Het verlenen van toegang tot een schip met een horeca-, dans- en badinrichting, om daar onder andere deel te nemen aan dansmeditatie, valt niet onder de post. Een dergelijk schip is geen voor vermaak of dagrecreatie ingerichte voorziening die op één lijn kan worden gesteld met een attractiepark e.d.
Een sportaccommodatie als bedoeld in post b 3, onderdeel 2.2, eerste punt van dit besluit, is ingericht voor de sportbeoefening door de mens en niet (tevens) als een primair voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorziening in de zin van deze post.
Het verlenen van toegang tot een voorziening waar door middel van het beoefenen van (kans)spelen een geldbedrag kan worden gewonnen valt niet onder de post. Deze voorziening is niet aan te merken als een voor vermaak of dagrecreatie ingerichte voorziening die op één lijn is te stellen met een attractiepark e.d. Het spelen om geld c.q. het winnen van een geldbedrag staat voorop, het eventuele (dag)recreatieve aspect van het spelen is daaraan ondergeschikt.1.
Voetnoten
Hof Amsterdam 14 mei 2009, nr. 08-00176,ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4297.