AB 2015/275
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel ook inroepbaar bij fraude.
HR 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1809, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juli 2015
- Magistraten
Mrs. J.A.C.A. Overgaauw, D.G. van Vliet, P. Lourens, E.N. Punt, L.F. van Kalmthout
- Zaaknummer
14/04046
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921473:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Staatsrecht / Rechtspraak
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1809, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel ook inroepbaar bij fraude.
Samenvatting
Vooropgesteld wordt dat uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat de verplichting om de rechten van de verdediging te eerbiedigen een beginsel van het gemeenschapsrecht is, dat geldt wanneer (bezwarende) besluiten worden genomen die binnen het toepassingsgebied van het recht van de Europese Unie vallen. In dit verband wordt in het bijzonder verwezen naar de arresten van het Hof van Justitie van 26 februari 2013, Åkerberg Fransson, C-617/10, ECLI:EU:C:2013:105, BNB 2014/15 (hierna: het arrest Åkerberg Fransson), ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.