Statuut van de Raad van Europa
Einde inhoudsopgave
Statuut van de Raad van Europa:Artikel 3
Statuut van de Raad van Europa
Artikel 3
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 09-12-1974
- Bronpublicatie:
09-12-1974, Trb. 1975, 70 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-12-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1974, Trb. 1975, 70 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Elk Lid van de Raad van Europa erkent de beginselen van de heerschappij van het recht, alsmede het beginsel, krachtens hetwelk een ieder, die onder zijn rechtsmacht is gesteld, de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden behoort te kunnen genieten. Elk Lid moet oprecht en krachtdadig medewerken aan de verwezenlijking van het doel van de Raad, zoals dit in Hoofdstuk I is omschreven.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.