Einde inhoudsopgave
Statuut van de Raad van Europa
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 03-08-1949
- Bronpublicatie:
05-05-1949, Stb. 1949, J 341 (uitgifte: 03-08-1949, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-08-1949
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-1951, Trb. 1951, 85 (uitgifte: 06-07-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Statuut van 5 mei 1949
De Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Franse Republiek, de Ierse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Overtuigd, dat bevestiging van de vrede, gegrondvest op rechtvaardigheid en internationale samenwerking, van vitaal belang is voor het behoud van de samenleving en van de beschaving;
Opnieuw bevestigende haar gehechtheid aan de geestelijke en zedelijke waarden, welke het gemeenschappelijke erfdeel zijn van haar volken en de ware bron van persoonlijke vrijheid, van vrijheid van politieke overtuiging en van de heerschappij van het recht, welke beginselen de grondslag vormen van elke waarachtige democratie;
Gelovende, dat voor de instandhouding en verdere verwezenlijking van deze idealen en in het belang van economische en sociale vooruitgang een behoefte bestaat aan hechtere eenheid tussen alle gelijkgestemde landen van Europa;
Overwegende, dat, ten einde tegemoet te komen aan deze behoefte en aan het tot uiting gekomen streven in dit opzicht van haar volken, het noodzakelijk is, onverwijld een organisatie in het leven te roepen, welke de Europese Staten in hechter verband met elkaar zal brengen;
Hebben dientengevolge besloten een Raad van Europa op te richten, bestaande uit een Comité van Regeringsvertegenwoordigers en uit een Raadgevende Vergadering; en hebben te dien einde het navolgende Statuut aanvaard:
Verdragpartijgroep