JONDR 2014/551
HR, 18-04-2014, nr. 13/02498: OM/Martijn
HR 18-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:948 (OM/Martijn)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 april 2014
- Zaaknummer
13/02498
- Roepnaam
OM/Martijn
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:948, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2379, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2013
- Wetingang
Verdrag van de Raad van Europa van 25 oktober 2007 inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik; Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie; art. 10, 11 EVRM; art. 7, 8 Gw; art. 2:19, 2:20, 2:45 BW
Essentie
Verbod en ontbinding rechtspersoon (Vereniging Martijn) op voet art. 2:20 BW; vrijheid van meningsuiting; art. 7 Gw en art. 10 EVRM; vrijheid van vereniging; art. 8 Gw en art. 11 EVRM; terughoudende toepassing; maatstaf; werkzaamheid vereniging in strijd met openbare orde; bescherming kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik; vereiste dat werkzaamheid vereniging daadwerkelijk leidt tot maatschappelijke ontwrichting of dreiging tot ontwrichting?; ontvankelijkheid hoger beroep van door rechtbank ontbonden vereniging; bevoegdheid bestuurders ontbonden rechtspersoon voor instellen hoger beroep en cassatie.
In HR 26 juni 2009, NJ 2009/396, m.nt. P. van Schilfgaarde, is geoordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.