RBP 2022/37
Procesbelang. Zijn bijkomende omstandigheden vereist om voldoende procesbelang te hebben bij hoger beroep van een niet-uitgevoerde, vervallen machtiging tot uithuisplaatsing?
HR 18-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:395
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02894
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- JCDI
JCDI:ADS650295:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:395, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2021
- Wetingang
Art. 810a Rv; art. 1:265 BW; art. 8 EVRM
Essentie
Uithuisplaatsing. Rechtmatigheidstoets. Deskundigenonderzoek.
Zijn bijkomende omstandigheden vereist om voldoende procesbelang te hebben bij hoger beroep van een niet-uitgevoerde, vervallen machtiging tot uithuisplaatsing? Dient de rechter in hoger beroep een deskundigenonderzoek te gelasten als de rechtbank volgens de appellant ten onrechte een machtiging tot uithuisplaatsing heeft gegeven?
Samenvatting
De moeder van twee minderjarige kinderen, over wie zij samen met de vader het ouderlijk gezag uitoefent, komt op tegen een door de rechtbank gegeven machtiging tot uithuisplaatsing van hun kinderen. Ook wil zij dat er een deskundigenonderzoek als bedoeld in art. 810a lid 2 Rv wordt gelast. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.