Einde inhoudsopgave
Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd
4.6.3 Rechten cliënten na afloop van onderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2014
- Bronpublicatie:
01-09-2014, Internet 2014, www.nifpnet.nl (uitgifte: 01-09-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2014, Internet 2014, www.nifpnet.nl (uitgifte: 01-09-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Jeugdbeleid (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
Na de afronding van het onderzoek dient de rapporteur de cliënt in de gelegenheid te stellen de concept-rapportage in te zien, te bespreken en becommentariëren. Indien een cliënt niet in staat blijkt om tijdens de bespreking van de rapportage zijn commentaar te formuleren, wordt hem de mogelijkheid geboden om binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van de cliënt, alsnog zijn commentaar kenbaar te maken. Bij civiele onderzoeken geldt daarnaast dat indien het onderzoek plaatsvindt op basis van door de cliënt gegeven toestemming, de cliënt deze toestemming om te rapporteren aan de opdrachtgever kan intrekken. Dit kan slechts betrekking hebben op gegevens betreffende de cliënt zelf of de kinderen waarover de cliënt het gezag heeft. Tijdens en na de afronding van het onderzoek heeft een cliënt het recht op verbetering, aanvulling of verwijdering van op hem betrekking hebbende feitelijke gegevens in het dossier/rapport, indien hij kan aantonen dat de opgenomen gegevens onjuist of onvolledig zijn, gelet op de doelstelling van het onderzoek niet ter zake dienend, of onrechtmatig zijn verkregen.
Bij civielrechtelijke rapportages hebben onderzochten in bepaalde gevallen recht op blokkering van een over hen uitgebracht rapport. Het gaat daarbij om situaties waarbij de onderzochte meent dat zijn privacy wordt geschonden door het uitbrengen van het rapport. Als de rapporteur niet tot een voor de onderzochte acceptabele aanpassing van het rapport kan komen, kan onderzochte de verzending aan opdrachtgever blokkeren. Hierbij gaat het om gegevens die de onderzochte zelf betreffen. De rapporteur moet hierbij een belangenafweging maken: het recht op blokkering van de rapportage moet worden afgewogen tegen het recht op bescherming van een minderjarige. Het recht op privacybescherming, de grondgedachte waarop het blokkeringsrecht is gestoeld, zal niet altijd zwaarder wegen dan het recht van een minderjarige op een veilige en ongestoorde ontwikkeling. Dit kan dus betekenen dat de rapporteur ondanks het beroep op blokkering, toch het rapport uitbrengt wanneer andere belangen daartoe dwingen. De motivatie van zowel cliënt als rapporteur wordt schriftelijk vastgelegd, zodat beroep mogelijk is. Besluit de rapporteur het verzoek om blokkering wel te honoreren, dan brengt de rapporteur het rapport niet uit en laat dit via het NIFP schriftelijk weten aan de opdrachtgever. De opdrachtgever is in een dergelijk geval wel verplicht de onderzoeker te betalen, hoewel er uiteindelijk geen rapportage wordt geleverd.