HR (P-G), 26-01-2010, nr. S 08/03173 B
ECLI:NL:PHR:2010:BL0572
- Instantie
Hoge Raad (Procureur-Generaal)
- Datum
26-01-2010
- Zaaknummer
S 08/03173 B
- Conclusie
Mr. Jörg
- LJN
BL0572
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2010:BL0572, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 01‑12‑2009
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BL0572
Conclusie 01‑12‑2009
Mr. Jörg
Partij(en)
Aanvullende conclusie inzake:
[Verzoeker = klager]
1.
In vervolg op mijn conclusie van 1 september 2009 concludeer ik aanvullend naar aanleiding van de tussenbeschikking van Uw Raad van 13 oktober 2009. Destijds heb ik de pen te vroeg neergelegd, in de overtuiging dat verdere bestudering van het dossier geen zin had.
2.
In deze aanvullende conclusie concludeer ik wederom, zij het op andere grond, tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker: nu op grond van art. 552d, tweede lid, Sv.
3.
Art. 552p, vierde lid, Sv verklaart het bepaalde in artt. 552a en 552d Sv van overeenkomstige toepassing op de beschikking van de rechtbank als bedoeld in het tweede lid van art. 552p Sv. Art. 552a Sv opent de mogelijkheid voor belanghebbenden om zich schriftelijk te beklagen onder meer over inbeslagneming. Voorts bepaalt het tweede lid van art. 552d Sv dat beroep in cassatie kan worden ingesteld door de klager, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.
4.
Uit het proces-verbaal van de raadkamer van de rechtbank op 11 april 2008 blijkt dat de raadsman slechts namens medeverdachte [medeverdachte] een klaagschrift heeft ingediend. Niet blijkt dat ook door of namens verzoeker een klaagschrift is ingediend. Een dergelijk klaagschrift heb ik bij de aan de Hoge Raad op de voet van art. 434, eerste lid, Sv ingezonden stukken nergens aangetroffen. Gelet hierop moet het ervoor worden gehouden dat door of namens verzoeker geen klaagschrift is ingediend. Dit betekent dat verzoeker op grond van art. 552d, tweede lid, Sv niet kan worden ontvangen in zijn cassatieberoep (vlg. HR 19 december 2006, LJN AZ1670, NJ 2007, 26).
5.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn beroep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G