NJ 2015/414
Hoger beroep; grenzen bevoegdheid oorspronkelijk eiser tot verandering of vermeerdering van eis; de ‘twee-conclusie-regel’; in beginsel strakke regel; uitzonderingen; eisen goede procesorde.
HR 02-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2906, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03056
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110642:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2906, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:814, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2014
- Wetingang
Art. 347 Rv
Essentie
Hoger beroep; grenzen bevoegdheid oorspronkelijk eiser tot verandering of vermeerdering van eis; de ‘twee-conclusie-regel’; in beginsel strakke regel; uitzonderingen; eisen goede procesorde.
De in art. 347 lid 1 Rv besloten liggende tweeconclusieregel brengt mee dat de rechter in beginsel niet behoort te letten op grieven die in een later stadium dan in de memorie van grieven, dan wel (in het geval van een incidenteel appel) in de memorie van antwoord worden aangevoerd, tenzij zich een van de in de rechtspraak erkende uitzonderingen op die regel voordoet. De gedingstukken laten geen andere conclusies toe dan de volgende: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.