NJB 2014/145:Mediation. Belastingrecht. Tussen de Inspecteur en een belastingplichtige wordt een mediationovereenkomst gesloten, waarin is bepaald onder welke voorwaarden sprake is van bindende ʻtussentijdse afsprakenʼ. In de loop van de besprekingen ondertekenen partijen een ʻvaststellingsovereenkomstʼ. De mediation leidt niet tot een oplossing van het geschil. Is de Inspecteur gebonden aan de ʻvaststellingsovereenkomstʼ? HR: 1. Bindende afspraken. Aard mediationovereenkomst. Eventuele in het kader van de mediation gemaakte afspraken zijn niet bindend, tenzij is voldaan aan de in de mediationovereenkomst uitdrukkelijk overeengekomen vereisten. Het oordeel van het hof dat de belastingplichtige de ʻvaststellingsovereenkomstʼ mocht opvatten als een bindende tussentijdse afspraak als bedoeld in de mediationovereenkomst geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 2. Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter. Indien de ʻvaststellingsovereenkomstʼ een verplichting voor de Inspecteur zou meebrengen zijn publiekrechtelijke bevoegdheid op een bepaalde wijze uit te oefenen, moet deze aangemerkt worden als een bevoegdhedenovereenkomst. Indien de belastingplichtige naleving daarvan wenst, dient hij zich tot de bestuursrechter te wenden