JWB 2014/196
Vrijheid van vereniging
HR 18-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:948 (OM/Martijn)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 april 2014
- Zaaknummer
13/02498
- Roepnaam
OM/Martijn
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:948, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2379, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Vrijheid van vereniging
Samenvatting
Casus:
Inzet van dit geding is de verbodenverklaring en ontbinding van de vereniging ‘Martijn’ op de voet van art. 2:20 BW. Volgens het OM is de werkzaamheid van deze vereniging in strijd is met de openbare orde. De vereniging betwist dat. De rechtbank heeft het verzoek van het OM tot verbodenverklaring en ontbinding toegewezen. Het gerechtshof heeft die beslissing vernietigd en het verzoek afgewezen.
Rechtsvraag:
Is de vereniging ontvankelijk in het hoger beroep?
Welke maatstaf moet bij de beoordeling van een verzoek tot verbodenverklaring en ontbinding van een vereniging worden gehanteerd? ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.