NJ 2018/212
Hoger beroep tegen eerste tussenvonnis met toestemming rechtbank; geïntimeerde stelt incidenteel beroep in tegen tweede tussenvonnis zonder toestemming rechtbank en wijzigt eis. Mocht hof bij beoordeling hoger beroep uitgaan van nieuwe eis en zaak zelf afdoen?
HR 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:3018, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04898
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154400:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3018, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:890, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep tegen eerste tussenvonnis met toestemming rechtbank; geïntimeerde stelt incidenteel beroep in tegen tweede tussenvonnis zonder toestemming rechtbank en wijzigt eis. Mocht hof bij beoordeling hoger beroep uitgaan van nieuwe eis en zaak zelf afdoen?
Nu geïntimeerde zijn eis had gewijzigd en het hof het verzet daartegen had afgewezen — welke afwijzing in cassatie onaantastbaar is ingevolge art. 130 lid 2 Rv — diende het hof bij de beoordeling van het hoger beroep uit te gaan van de nieuwe eis. Waar het vervolgens de tussenvonnissen vernietigde, was art. 356 Rv toepasselijk, dat de appelrechter weliswaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.