RvdW 2022/871
Overschrijding redelijke termijn in h.b. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 17 juni 2008, NJ 2008/358, m.nt. P.A.M. Mevis m.b.t. duur redelijke termijn. Gelet hierop is oordeel hof dat kan worden volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden niet toereikend gemotiveerd nu hof niet tot uitdrukking heeft gebracht in welke mate redelijke termijn is overschreden, waaruit invloed van verdediging op procesverloop heeft bestaan en welk tijdsverloop daarmee was gemoeid. HR doet zaak zelf af en vermindert aan verdachte opgelegde gevangenisstraf.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/02611
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1194, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:676, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2022
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in h.b. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 17 juni 2008, NJ 2008/358, m.nt. P.A.M. Mevis m.b.t. duur redelijke termijn. Gelet hierop is oordeel hof dat kan worden volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden niet toereikend gemotiveerd nu hof niet tot uitdrukking heeft gebracht in welke mate redelijke termijn is overschreden, waaruit invloed van verdediging op procesverloop heeft bestaan en welk tijdsverloop daarmee was gemoeid. HR doet zaak zelf af en vermindert aan verdachte opgelegde gevangenisstraf.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02611
Datum 13 september ...