Aanwijzingsregeling boeteoplegger SZW-wetgeving 2012
Artikel 2a
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
25-04-2023, Stcrt. 2023, 13160 (uitgifte: 10-05-2023, regelingnummer: 2023-0000229339)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2023, Stb. 2023, 152 (uitgifte: 10-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector (22-02-2023, Stb. 151).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Het hoofd van de afdeling Boete, Dwangsom en Inning, en de door het hoofd aangewezen, onder hem ressorterende plaatsvervangers, genoemd in artikel 1, worden aangewezen als de ambtenaren, bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, voor zover het betreft de verwerking van gegevens met het oog op de wederzijdse bijstand bij de handhaving, bedoeld in artikel 10 van die wet.
2.
Het hoofd van de afdeling Boete, Dwangsom en Inning, en de door het hoofd aangewezen, onder hem ressorterende plaatsvervangers, genoemd in artikel 1, zijn bevoegd voor de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, voor zover het betreft wederzijdse bijstand, bedoeld in Hoofdstuk VI van de handhavingsrichtlijn, bedoeld in artikel 1 van die wet en verplicht tot het doen van invorderingen en kennisgevingen op grond van het tweede lid van dat artikel.