NJB 2021/360
Beëindiging van het ouderlijk gezag. Beroep op EHRM 10 september 2019, zaaknr. 37283/13 (Strand Lobben/Noorwegen). Hoge Raad: Het hof heeft niet miskend dat een echte afweging moet worden gemaakt tussen de belangen van het kind en die van zijn ouder(s), maar heeft deze afweging gemaakt. Het heeft voorts de mogelijkheid van hereniging van de minderjarige met de moeder serieus in overweging genomen
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:108
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/01222
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerzaken / Burgerlijke stand
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:108, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:897, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Beëindiging van het ouderlijk gezag. Beroep op EHRM 10 september 2019, zaaknr. 37283/13 (Strand Lobben/Noorwegen). Hoge Raad: Het hof heeft niet miskend dat een echte afweging moet worden gemaakt tussen de belangen van het kind en die van zijn ouder(s), maar heeft deze afweging gemaakt. Het heeft voorts de mogelijkheid van hereniging van de minderjarige met de moeder serieus in overweging genomen
Partij(en)
De moeder, adv. mr. N.C. van Steijn, vs. de Raad voor de Kinderbescherming, niet verschenen, met als belanghebbenden: de GI, de vader en de pleegmoeder, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.