V-N 2015/2.7
Hof mocht niet voorbijgaan aan termijnoverschrijding incidenteel hoger beroep
HR 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3610, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2014
- Magistraten
Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
13/06296
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS919772:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2014
ECLI:NL:HR:2014:3610, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat een partij die ten opzichte van de uitspraak van de rechtbank erop vooruit wil gaan, tijdig (incidenteel) hoger beroep zal moeten instellen.
Samenvatting
X heeft recht op een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aan de inspecteur toe te rekenen overschrijding van voormelde redelijke termijn één jaar en vier maanden bedraagt en dat de inspecteur daarom aan belanghebbende een vergoeding van immateriële schade van € 1500 moet betalen. In zijn hoger beroep bestrijdt X de hoogte van deze schadevergoeding. De inspecteur voert verweer en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.