NJB 2021/1648
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond (verwijtbaar handelen). Vervolg op HR 25 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:106. Hoge Raad: Voor een ontslag op de e-grond is niet vereist dat dit een laatste redmiddel is, in die zin dat een ontslag alleen mogelijk zou zijn als de werkgever niet kan volstaan met minder ingrijpende middelen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 mei 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/01630
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1210, Conclusie, Hoge Raad, 18‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2020
- Wetingang
Essentie
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond (verwijtbaar handelen). Vervolg op HR 25 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:106. Hoge Raad: Voor een ontslag op de e-grond is niet vereist dat dit een laatste redmiddel is, in die zin dat een ontslag alleen mogelijk zou zijn als de werkgever niet kan volstaan met minder ingrijpende middelen
Partij(en)
De werknemer, adv. mr. J.P. Heering, vs. IIF Holding, adv. mr. N.T. Dempsey.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De werknemer was in dienst bij IIF Holding, laatstelijk in de functie van algemeen directeur.
In 2016 is hij ontslagen. Hij heeft een transitievergoeding ontvangen. ...