Europese Overeenkomst inzake de afschaffing van visa voor vluchtelingen
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 03-09-1960
- Bronpublicatie:
20-04-1959, Trb. 1959, 153 (uitgifte: 19-10-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-09-1960
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-09-1960, Trb. 1960, 111 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor, om redenen van openbare orde, veiligheid of volksgezondheid, de inwerkingtreding van deze Overeenkomst uit te stellen of de toepassing ervan met betrekking tot alle of enkele der andere Partijen tijdelijk te schorsen, behalve voor wat de bepalingen van artikel 5 betreft. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa zal onmiddellijk van het nemen van elke zodanige maatregel in kennis worden gesteld, alsook van het feit dat deze opgehouden heeft van kracht te zijn.
2.
Een Overeenkomstsluitende Partij die van een van de twee in het voorgaande lid voorziene rechten gebruik maakt, kan niet eisen, dat deze Overeenkomst door een andere Partij wordt toegepast, behalve voor zover als zij haar ook ten aanzien van die Partij toepast.