Hof 's-Hertogenbosch, 07-08-2018, nr. 200.236.661/01
ECLI:NL:GHSHE:2018:3353, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
07-08-2018
- Zaaknummer
200.236.661/01
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2018:3353, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 07‑08‑2018; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:2027, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
Uitspraak 07‑08‑2018
Inhoudsindicatie
Appellante heeft niet van grieven gediend, waarna de rolraadsheer ambtshalve akte van niet-dienen heeft verleend. Hof verklaart appellante niet-ontvankelijk.
Partij(en)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.236.661/01
arrest van 7 augustus 2018
in de zaak van
[verhuur] Verhuur B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. R.J.H. van den Dungen te 's-Hertogenbosch,
tegen
1. [geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
2. [geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. D.D. Versluis te Breda,
op het bij exploot van dagvaarding van 21 maart 2018 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven van 13 augustus 2015, 1 december 2016 en 21 december 2017, gewezen tussen appellante als eiseres en geïntimeerden als gedaagden.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 4251676 / rolnummer 15-7114)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.
2. Het geding in hoger beroep
2.1.
Appellante heeft bij voormeld exploot geïntimeerden opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van dit hof van 10 april 2018 en heeft de zaak op die rol aangebracht. Geïntimeerden zijn op die rol verschenen.
2.2.
Nadat aan appellante eenmaal een termijn was verleend voor het nemen van de memorie van grieven en eenmaal een ambtshalve peremptoir uitstel van vier weken, heeft appellante niet van grieven gediend en heeft de rolraadsheer op de rol van 17 juli 2018 ambtshalve akte van niet-dienen verleend.
2.3.
Daarna is een datum voor arrest bepaald.
3. De beoordeling
3.1.
Appellante heeft tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven aangevoerd. Dit brengt mee dat zij in het hoger beroep niet kan worden ontvangen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal appellante worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
4. De uitspraak
Het hof:
verklaart appellante niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt appellante in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van geïntimeerden tot aan deze uitspraak begroot op € 318,-- aan griffierecht en op € 379,50 (½ punt liquidatietarief I).
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, O.G.H. Milar en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 augustus 2018.
griffier rolraadsheer