RO 2010, 17
Bestuurdersaansprakelijkheid. Vindt de voor de bestuurdersaansprakelijkheid geldende voorwaarde dat de vennootschap in gebreke is met de betaling van belastingschulden ook toepassing in het geval dat de vennootschap is opgehouden te bestaan?
HR 18-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ4910
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2009
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, P. Lourens, A.R. Leemreis, E.N. Punt, J.A.C.A. Overgaauw
- Zaaknummer
08/02641
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- LJN
BJ4910
- JCDI
JCDI:ADS174254:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Bedrijfseconomisch advies (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ4910, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ4910, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑07‑2009
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Vindt de voor de bestuurdersaansprakelijkheid geldende voorwaarde dat de vennootschap in gebreke is met de betaling van belastingschulden ook toepassing in het geval dat de vennootschap is opgehouden te bestaan?
Samenvatting
Nadat het faillissement van A BV is opgeheven wegens gebrek aan baten legt de Inspecteur ten name van de BV een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Het aanslagbiljet wordt verstuurd naar het kantooradres van de voormalige curator en een duplicaat wordt betekend aan de gewezen bestuurder van de BV. Drie weken later wordt deze bestuurder bij beschikking op de voet van art. 36 Invorderingswet 1990 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.